Monday, June 22, 2009

Prehistorie I





















.
Prehistorie I
.
.

Mijn muze houdt niet van gedichten
liever vliegt ze rond
boven glooiend oerbos
ooit bestaand

verstorven rimpels
in een wonderschoon gezicht
zich afvragend - wie
ben ik toch

in glanzend ochtendlicht

waar roedels wolven huilend jagen
op nooit geboren prooien, en ik de houthakker
zich af vraagt welke boom
hij aanstonds vellen zal






~
zomer 2003 (licht gewijzigd juni 2009)

Oorsprong, of Prehistorie III

.
.
.

Oervorm schuifelend over bodems van verweesde zeeën
niet vermoedend hoe tot onsterfelijkheid te raken
kruipt de trilobiet in het licht van dezelfde maan
als waaronder de dichter hem
tot leven wekt

Met verstand nog kleiner dan de kleinste korrel zand
leeft hij zijn oerbestaan in Cassiopeia’s stralen
en vertelt verhalen verder reikend
dan het spoor dat hij
bij leven trekt

Wat is verlangen meer
dan te willen zijn
waar hij is

geweest
.
.


....

mei 2004

Sunday, June 21, 2009

Het vlees vervallen


(derde Venetiaanse variatie)




Hier staat hij stil
voor byzantijnse ramen
waar glas verdwenen is
grijnst hem veel meer
dan het leven tegemoet

Een kus op het gelaat
waarvan de oogholte leeg
het patina verbleekt, de glimlach
vals de vreugd ontbinden doet
dit masker gaat pas af

als er doden zijn gevallen










.









24 oktober 2006

Tuesday, June 16, 2009

Monday, June 15, 2009

Sunday, June 14, 2009

Het is nog geen tijd

.
.



Zit te wachten op een gedicht
de borrel staat koud, de koelkast zoemt gezellig
en de klok wijst elf. Staat wel stil
maar vindt opwinden
te veel werk

Gordijnen opendoen,
de wind naar binnen laten waaien
Ah, Frau Holle! Herzlich willkommen

Alleen, op kussens en veren
zit hij niet te wachten

.
.
.
.
~

Wednesday, June 10, 2009

Faustiaanse inbeelding




.

Zwiert op vleugels van vergeeld papier
door het zwerk van haar verbeelding
Kanten zwart gerafeld rest hem
slechts nog één kwartier
Vier de touwen van 't intiem plezier
en bevaar de woelingen der streling

Een arm van links naar rechts
met pen, penseel in het hart gestoken
wrekend als rapier. Schrijft in tranen
snijdt dwars doorheen zijn ziel
een laatst verhaal voor haar
van lang voorbij vertier

Hier stroomt het bloed en
ondertekende hij fier, de eenling
het contract, een werk van inbeelding
gedachten die hem niet verder brachten
dan ver gedroomd van hier




















(21 jan 2007)

Tuinpad

.
.
.






















.
.
.


Kokkels en mollusken
hebben net de toon gezet
van ’t pad dat leidt van het
naar haar

Voorzichtig zet de wandelaar
zijn voet geruisloos neer, stilte
voor het begin van een concert

Voorbijgegaan een eeuwigheid voordat
zij draagster werd van zijn gemoed
en ‘s avonds, zijn voeten stevig ingebed

als hebben zij geleerd te houden zijn gewicht
kijkt hij omhoog en ziet hoe ster en schelp dezelfden zijn
te zien als ver verleden

Hij zou ze graag tot leven wekken
maar is geen god, geen vuursteen, geen gedicht
hij kijkt omhoog, grijpt de hand, en springt


vol overtuiging naar het licht








~
okt. 2003 (herziene versie, 30 maart 2005)

Requiem for us

.

.

.

.

.

.

.

.





.


He lies as if in a sleep of beauty
resting as it were, paws folded
neatly on my treshold of dust

No prayer for him nor me
No more now, I'll be with him for a while
'cause I know I will end as he













~

Monday, June 08, 2009

Krijger, of As is vruchtbaar.

.















.
.
.
.


.

Krijger, of As is vruchtbaar.


Eindelijk rijst de zon, ook al denken
de onbeholpenen de legen, de verdronkenen
dat ze geholpen, vervuld, gered zijn, zwaaiend
met hun vaandels victorie

Nu is de tijd aangebroken om te bevolken
te leven waarvoor hij leeft, met woorden
de vrijheid bevechten, te schoppen met macht
te schrijven, te lezen, zijn hart te vertolken

Wie of waar hij is? Te simpel voor één woord:

Hier.

Gesneuveld op een eerloos veld
waar hij alleen zichzelf nog hoort



~





















Gestalte


Soms reiken ze hem een uitgestrekte hand
zijn dromen en demonen, maar eenmaal aangekomen
verwijlt hij er nog eenzamer
in dat eindeloze land



In de verte maait met zeis het silhouet
als hij zijn weg zoekt, onderscheidend steen van gneis
glas van ijs. Glimlachend valt hij uiteindelijk voorover
in het stalen amulet


~

(22 februari 2004) herzien 13 feb 2009