Monday, February 22, 2010

Schaatsen met Hein

.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.






.
.

En toen was er plotseling niemand meer
als na de begrafenis van je laatste next of kin
Om je vast te houden of los te laten, zet je, geef je, geef je me
een zetje op het ijs. De eerste stap, van de laatste op weg
op een weg die je dramatischer hebt gemaakt
dan dat hij in werkelijkheid is. Zuchten helpt
nu niet meer. Je hand is losgelaten en je glijdt
weg, de wind in je rug helpt je vooruit

het wak achter je latend
.
.
.
.
.
~

Thursday, February 18, 2010

Voor een requiem op de vlucht

.
.
.


Toen ik haar een duwtje gaf
en ze plotseling iets verder omlaag
donderde dan gedacht

had ik niet alleen het nakijken;
Het uitzicht dat tevoorschijn kwam
was hetzelfde als dat van de man met die stok

die hem toch bovenop de top had gebracht
.
.
.
.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Caspar David Friedrich
Wanderer above the sea of fog


Friday, February 12, 2010

Seizoenen gedogen


.
.
.


Dooi komt nooit
na de zonde of de zomer
en het geweten van de herfst
dat is ze niet

Laarzen stampen ijs kapot
maar geen vrouw noch vissen
die je ziet

Waar water welt
zou leven moeten zijn
kronkel-kolven deinen tegemoet
roodbottend leven tussen spelonken van basalt

de echo van hetzelfde lied

.
.
.

~