Thursday, February 17, 2011

Unicorn

.
.
.

.
.
The trees retake their colours as delusion of the day withdraws
visits decline in numbers. As feelings do accordingly, while
the open place in the forest that was once there
is taken over by its legitimate owners
sticking out a middle finger

Zeitgeist and alter ego's have left
taking their belongings with them
while in the scrub a last Übermensch
is looking for an exit

We wait for those that can live in this dusk
a ficticious place where this quality has arisen
to art in the smallest axils and creases unknown

snoutbeetle and nightmoth take the lead
their antennae trembling when sight returns

in everlight is hidden the answer

she does exist

.


De bomen nemen hun oude kleur aan
de waas van de dag trekt weer op

Bezoeken nemen af in aantal; wat er bij gevoeld wordt ook
en de open plek in het bos die even zichtbaar was
is weer in bezit genomen door rechtmatige
eigenaars die nu een lange neus trekken

Zeitgeisten en alter ego's zijn vertrokken
met mede neming van hun bezittingen, hier en daar
ritselt nog een Übermensch in het struikgewas op zoek
naar ontkomen

Het wachten is op hen die in deze schemering leven kunnen;
een verdichtte plek waar deze hoedanigheid is verheven tot
kunst in de kleinste oksels en onbekendste plooien

Snuitkevers en torren gaan voor, nachtvlinders volgen
hun voelsprieten trillend als het zicht terugkeert

In anderlicht ligt het antwoord:

ze bestaat



Tuesday, February 15, 2011

In plaats van een stevige hand

.
Is het een idee dat ik op de koffie langskom? vroeg hij me toen ik hem een keer voor mijn deur, op straat, tegenkwam. Hij stelde zich niet eens voor, hoe arrogant! Ik keek hem daarom ietwat neerbuigend aan, iets waar ik meteen spijt van had. Per slot van rekening sta je oog in oog met een vreemde, dus een beetje je gedragen mag dan toch wel. Opnieuw realiseerde ik me meteen dat je een "vreemde" niet neerbuigend behoort aan te kijken. Ik stak mijn vier-en-een-half-vingerige hand uit, gaf hem zogezegd, en tevens, mijn slapste handje ooit, en begon:



Probeer me te vergeten
vroeg ik melancholie; ze weigerde
Probeer me te letteren, vroeg ik poëzie
ze weigerde, hees haar vlag en vertrok. Probeer
me te bekoren maar melodie noch het ritme indachtig
verkozen zij plus hun uitvoerders de absolute dissonantie en atonaliteit

Probeer mijn vriend te wezen, vroeg ik voorzichtig een vreemde
alsof het zo werkte, maar die verkoos vreemd te blijven tot het einde toe

Probeer me dan maar te verpletteren vroeg ik steen, te verteren
vroeg ik vuur, te doorgroeien boomwortel, te waaien wind, verdrinken zee

Te rusten vroeg ik niemand

die zwijgend opstond en antwoordde:

Kom maar mee

.
.
.

Monday, February 14, 2011

. . . .


zinnen geen métier, woorden geen gedichten
foto's geen gedachten; hoe cryptisch
mag het zijn, hier, op papier
of plasmisch zwart velijn

begrepen te geraken, vermoeide kreten
- binnen - tussen deuren en de kier van een kozijn

de toon veranderend van de gemaakte passen
trekt hij meanderende kleuren af tot een
zwart palet van terechtwijzing
dat vleugels geeft

en gezichten

Wednesday, February 02, 2011

Time is it for a break

.
.



No play in which the actors do not get tired, the spectators at a certain moment bored

the props rearranged and the prompter needing being aroused to life



under the floor over which phrases echo like seawaves, polished

so that words can climb, learning to glow, reinventing their selves



the spirit from the spirit out of the spirit

the last dust swiped into a little heap



The hall, still empty, hopefully awaits a generous interpretation

of the thoughts that came from a genious mind


when the audience re-enters.
.
.
.
.
Er even niet zijn

.
Geen voorstelling waarin de spelers
niet moe worden, de toeschouwers op een gegeven moment niet verveeld
de requisieten herschikt en de soufleur tot leven gewekt moet worden

onder de vloer waarover zinnen echoën als golven in de wind, geboend
zodat woorden klimmen kunnen, glimmen leren, zichzelf
opnieuw uitvindend - de geest in de geest uit de geest
het laatste stof bijeen geveegd


De zaal - nog leeg - rest hoopvol wachten
op een geniale invulling van gedachtes afkomstig uit een ooit even geniale geest

Dan kom het publiek opnieuw binnen
 
 
.
.
.