Tuesday, November 09, 2010

The mountain and the old dutchman

.

.

Music. curtain. pause
from a side came the mountain
that can move. Young as

fresh fallen snow he reached Fuji
the slopes of his last love

.

.

.

.


Monday, November 01, 2010

Afschot (senryu ~ 59 van 365)




Zijn rimpelingen
de handen onder de loop
die zich schrap zetten

of de voren waarover
dwaas een dolle vos heen raast

Saturday, October 16, 2010

Rollercoasting con-cern

of. Geheime ontmoeting


.
.

Als het wakker wordt
was het dan dood of sliep het slechts
de slaap der verborgenen

Als het weer in slaap valt
is het dan een gekorven beest

of is het niets van dat al

maar opnieuw een samenraapsel van atomen
een spel van verbindingen die elkaar even ontmoetten

en kortsloten in een
deeltjesversneller

.

.

.

Sunday, October 10, 2010

Senryu nr. 32 (van 365)


.

Atlas moest niet zo klagen


ware balletjes
vinden tersluiks de wereld
kunnen hem dragen

evenals betoveren
met alles erin, erop








.

.

.

Thursday, September 09, 2010

Femme fatale




Ze leeft licht doorzichtig
en is veel meer dan een amour cruel
schermt met takkenbossen waarmee ze
spinrag verzamelt, spaghetti-strings rond heupen
die ontvankelijk maar ontoegankelijk zijn
geworden. Toch is ze mijn liefde
voor het leven tekende ze zelf
haar ziel in mijn
arm

Thursday, July 15, 2010

Alles, iets

Als het niet kruipt dan gaat het wel stapvoets
over de brug in de richting van de bergen
Het drinkt uit een leren kruik, of
als het geluk, heeft, uit een glazen fles

De kristallen bol binnen handbereik, de
wereld onzichtbaar, neemt het nauwelijks notie
van om-geving; het gaat. Dat op zich
mag al een wonder heten

Vliegen kan het niet, al droomt het
van vergezichten, de eeuwig ondergaande zon
en het glas halfvol. Het gaat omdat het moet gaan
het leeft omdat het leeft. Niemand mist

en allen gaan verloren

Wednesday, June 02, 2010

Tuesday, April 13, 2010

Oude krant in zonsondergang

.
.

Toen ze aanlegden, de gesp van hun riem
in de buikholte priemend, verscheen er
een rookwolkje aan de einder

Fatum morganum! schertste de één
Nee, de bonenkar... opperde de ander, en:
Komaan, we gaan. Daar schoten ze vooruit

opstaand naast een kattenkreng
de vacht in duizend sterrenbeelden
volgden ze glimmende zonsbanen van vuur

Afgezet tegen de ondergang van hun eigenste zielen
vergaten ze hun kwetsbaarheid, de witheid
en weekheid rond hun navel

toen de aarde zich opende en
hen verdampte
tot nieuws

.

.

Thursday, April 08, 2010

Monday, March 01, 2010

Picture this, with words



.




.




.







.

without hardness
without harshness
without stones, without all the love
and hate, without death or birth
without knowledge of life
without love I stole

I wouldn’t be aware
I couldn’t feel

the softness and the sweetness
of the hardness, the harshness of the stones
of the love I hate, of death and birth
the knowledge of evergrowing pains

my soul




.




.





Monday, February 22, 2010

Schaatsen met Hein

.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.






.
.

En toen was er plotseling niemand meer
als na de begrafenis van je laatste next of kin
Om je vast te houden of los te laten, zet je, geef je, geef je me
een zetje op het ijs. De eerste stap, van de laatste op weg
op een weg die je dramatischer hebt gemaakt
dan dat hij in werkelijkheid is. Zuchten helpt
nu niet meer. Je hand is losgelaten en je glijdt
weg, de wind in je rug helpt je vooruit

het wak achter je latend
.
.
.
.
.
~

Thursday, February 18, 2010

Voor een requiem op de vlucht

.
.
.


Toen ik haar een duwtje gaf
en ze plotseling iets verder omlaag
donderde dan gedacht

had ik niet alleen het nakijken;
Het uitzicht dat tevoorschijn kwam
was hetzelfde als dat van de man met die stok

die hem toch bovenop de top had gebracht
.
.
.
.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Caspar David Friedrich
Wanderer above the sea of fog


Friday, February 12, 2010

Seizoenen gedogen


.
.
.


Dooi komt nooit
na de zonde of de zomer
en het geweten van de herfst
dat is ze niet

Laarzen stampen ijs kapot
maar geen vrouw noch vissen
die je ziet

Waar water welt
zou leven moeten zijn
kronkel-kolven deinen tegemoet
roodbottend leven tussen spelonken van basalt

de echo van hetzelfde lied

.
.
.

~

Friday, January 29, 2010

Dragen


.
.
Voordat ze viel
was ze al geweest

Hij zag haar heel even
- in het voorbijgaan - schudde ze
het nodige van zich af, voordat
ze terecht kwam, voor
ze het wist

gevangen

tegen haar zin vereeuwigd

Beiden een. Liggend in de ander
een en al rust. Alleen de schraag
herinnerde zich later
deze winter

Maar toen waren allen
al weer ver weg


.
.

Friday, January 15, 2010

Winterkost III

.

Toen er gedichten meer geschreven
dan gelezen werden en het vuur met moeite
sintels in een verkoolde hand genomen het laatste vlees
brandmerkte met uitgeharde woorden, ja, toen
werd het zaak de rivier te lezen, die daar
in een winter sinds heugenis onbevroren
onbekender dan een boek, minder nog
dan een bijbel, plotsklaps hard
te wezen lag;

toen ook de zon nog onder ging
de maan zich achter vliedende wolken verschool

toen
bleek steen
meer dan hart
water minder snood
houdt minder dan kool
en zwart snedig rood
.
.
.
.
.

.
.
.
.
.
.
.
.


.
.

~

Wednesday, January 13, 2010

Sunday, January 03, 2010

Winterkost

.
.
Het struint, het rooft
het spoort onzichtbaar
totdat ze herkenning achterlaat
Ze trekt haar pelsvacht wat strakker
om zich heen en snuift links of rechts, verval
bevroren op haar pad. Morgen zal ik ...

’s Ochtends is het aas vertrokken en
ratelen spatels de dood
in de pot

.

.

.

.
~